De Wet arbeidsmarkt in balans is door de Eerste Kamer en treedt op 1 januari 2020 in werking. Dat heeft flinke gevolgen voor de transitievergoeding. Zo krijgt in principe iedere werknemer bij ontslag recht op transitievergoeding. Ook bij een kortlopend contract. Er zijn meer wijzigingen. We geven een overzicht met rekenvoorbeelden.
Huidige regeling
De werkgever betaalt de transitievergoeding bij ontslag, behalve als de arbeidsovereenkomst korter heeft geduurd dan twee jaar of als de medewerker zelf vertrekt. De vergoeding wordt bepaald aan de hand van de volledig gewerkte halve jaren. De eerste 10 jaar tellen elk mee voor een derde van een bruto maandsalaris, elk volgend jaar telt voor de helft van een bruto maandsalaris.
Nieuwe regeling
Straks heeft in principe iedere medewerker bij ontslag recht op een transitievergoeding, ook oproepkrachten of werknemers die in de proeftijd worden opgezegd. De tweejaarstermijn vervalt immers. Ook de berekeningswijze verandert. De vergoeding wordt berekend op basis van de dagen die de arbeidsovereenkomst heeft geduurd. Daarbij tellen alle jaren voor een derde bruto maandsalaris. De opslag voor dienstjaren boven tien 10 jaar vervalt.
Voorbeeld 1
Pieter werkt 7 jaar en 4 maanden bij zijn werkgever als hij wordt ontslagen. Hij verdient bruto € 3.600 per maand. Nu ontvangt hij € 8.400. Hij werkt immers zeven volledige jaren en ontvangt per jaar een derde van zijn bruto maandsalaris. Straks ontvangt hij € 400 meer omdat ook de laatste vier maanden meetellen.
Voorbeeld 2
Francien werkt 12 jaar bij haar werkgever als ze wordt ontslagen. Ze verdient bruto € 3.000 per maand. Nu ontvangt ze € 13.000. Ze werkt immers 12 volledige jaren en ontvangt dus 10 maal een derde en 2 maal een half maandsalaris. Straks ontvangt ze slechts € 12.000, 12 maal een derde maandsalaris.
Tip:Aan de hand van de rekenvoorbeelden kunt u snel de transitievergoeding bij ontslag na 1 januari 2020 berekenen. Een ontslag heeft uiteraard meer financiële gevolgen. Desgewenst brengen we die graag voor u in kaart.