Een ongehuwd stel gaat na achtentwintig jaar uit elkaar. Ze hebben samen een huis gekocht met eigen geld en een hypothecaire lening. De man woont nog in het huis. Ze spreken af dat ze het huis via een makelaar gaan verkopen. Vijfenzeventig bezichtigingen volgen. De man weigert op ieder bod onder de vraagprijs in te gaan. Om de patstelling te doorbreken gaat de vrouw naar de rechter.
Verdeling overwaarde bij verkoopVolgens de man heeft hij uit privévermogen veel meer bijgedragen aan de aanschaf en verbouwing van de woning dan de vrouw. Volgens de vrouw hebben ze afgesproken dat zij in geld minder zou bijdragen, maar haar baan zou opzeggen om fulltime voor de kinderen te zorgen.
De rechter overweegt dat partijen tijdens hun achtentwintigjarige samenleving geen gescheiden financiële huishouding hebben gevoerd. De middelen die ze uit hun privévermogens hebben aangewend ten behoeve van de woning en de gemeenschappelijke huishouding zijn door hen nooit in kaart gebracht, laat staan verrekend. Evenmin is het recht daartoe uitdrukkelijk dan wel stilzwijgend door (een van) partijen voorbehouden. Kennelijk hebben partijen zich gedurende hun samenleving gedragen in overeenstemming met de tussen hen feitelijke ontstane taakverdeling, waarbij de vrouw op enig moment in overleg met de man haar baan had opgezegd en fulltime voor de kinderen is gaan zorgen en de man hoofdzakelijk het gezinsinkomen genereerde.
Volgens de rechter is sprake van een stilzwijgend tot stand gekomen overeenkomst tussen partijen, op grond waarvan de man geen aanspraak kan maken op vergoeding van de door hem gestelde investeringen uit zijn privévermogen in de woning. Dit betekent dat partijen, die een gelijk aandeel hebben in de woning, aanspraak maken op ieder de helft van de overwaarde bij verkoop en levering van de woning.
Medewerking aan verkoop
De woning staat sinds mei 2016 te koop. Sedertdien heeft de makelaar meer dan vijfenzeventig bezichtigingen begeleid. Ook zijn er biedingen op de woning uitgebracht, variërend van € 425.000,- tot € 535.000,-. Het is partijen niet gelukt om het eens te worden over de verkoop- en laatprijs van de woning. De makelaar heeft partijen verschillende keren dringend geadviseerd om de diverse biedingen op de woning te accepteren. De vrouw heeft dat advies steeds opgevolgd in tegenstelling tot de man. De makelaar heeft uiteindelijk de verkoopopdracht teruggegeven.
De rechter veroordeelt de man om mee te werken aan de verkoop van de woning, waaronder wordt verstaan het aanstellen van een makelaar en het verlenen van medewerking aan alle door de makelaar geadviseerde handelingen om de woning verkoopklaar te maken, waaronder het opgeruimd hebben en houden van de woning bij bezichtigingen, waarbij de woning te koop wordt gezet voor een vraagprijs van € 485.000,- en de laatprijs wordt bepaald op € 450.000,-, zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag dat de man in gebreke blijft aan zijn verplichtingen te voldoen.
Bovendien, wanneer de man gedurende tien dagen geheel of ten dele in gebreke blijft, wordt de vrouw zelfstandig gemachtigd tot het te gelde maken van de woning in die zin dat de woning te koop wordt gezet voor een vraagprijs van € 485.000,- en verkocht mag worden voor een laatprijs van € 450.000,-.
Proceskosten
In zaken zoals deze is het gebruikelijk dat iedere partij de eigen kosten draagt. Gelet op zijn niet-constructieve opstelling, veroordeelt de rechter de man in deze zaak in de proceskosten van de vrouw, vastgesteld op € 5.944.
Let op:Bij verkoop van gezamenlijke eigendom zullen beide partijen akkoord moeten gaan met de geboden koopsom. Maar men kan niet, door geen enkel redelijk bod te accepteren, eenzijdig de verkoop tegen blijven houden.