dejong &

Per 1 januari 2014 vervalt de stamrechtvrijstelling voor ontslagvergoedingen. Dit houdt in, dat als u in 2014 een ontslagvergoeding krijgt, deze bij uitbetaling direct belast wordt.

Krijgt u echter in 2013 ontslag dan kunt u onder bepaalde voorwaarden nog wél gebruik maken van de stamrechtvrijstelling. De ontslagvergoeding kan dan zonder inhouding van loonheffing worden ondergebracht bij een stamrecht-bv, bank, beleggingsinstelling of verzekeraar.

Aan de volgende voorwaarden moet worden voldaan:

  • Het ontslag is in 2013 is aangezegd;
  • De ontslagdatum staat op 31 december vast;
  • De dienstbetrekking wordt binnen een korte termijn* na het vaststellen van de ontslagdatum beëindigd en
  • De werknemer moet vóór 1 januari 2014 een overeenkomst met de werknemer opmaken en ondertekenen.

Aan deze overeenkomst zijn ook weer voorwaarden verbonden:

  • Uit de overeenkomst moet blijken dat de werkgever aan de werknemer een aanspraak toekent op periodieke uitkeringen ter vervanging van gederfd of te derven loon;
  • De uitkeringen zullen niet later ingaan dan in het jaar waarin de werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt;
  • De aanspraak moet worden ondergebracht bij een professionele verzekeraar, een stamrecht-bv of bank en
  • De stamrechtuitkeringen zijn bestemd voor wettelijk aangewezen begunstigden.

Indien gekozen wordt voor het onderbrengen van de ontslagvergoeding in een stamrecht-bv, zal de stamrecht akte bovendien ook weer aan specifieke voorwaarden moeten voldoen. De Belastingdienst heeft hiertoe een modelstamrechtovereenkomst opgesteld.

Zaak is de formaliteiten tijdig te regelen zodat de stamrechtvrijstelling behouden kan blijven.

Ontslagvergoeding ontvangen voor 15 november 2013

Neemt u het stamrechtkapitaal in 2014 volledig en ineens op, dan wordt slechts 80% belast mits het bedrag van de ontslagvergoeding al vóór 15 november 2013 was overgemaakt door de voormalig werkgever.

Middelen

Bij hoge en belast uitgekeerde ontslagvergoedingen kan het aantrekkelijk zijn om een middelingsverzoek in te (laten) dienen. Met middeling berekent u uw gemiddelde inkomen over 3 aaneengesloten kalenderjaren. Dit is het middelingstijdvak. Vervolgens berekent u hoeveel belasting u per jaar moet betalen. Zijn de nieuwe belastingbedragen lager dan die van de eerdere aanslagen? Dan hebt u mogelijk recht op een teruggaaf.

U kunt een verzoek tot middeling (laten) indienen indien de definitieve aanslagen over alle drie middelingsjaren zijn vastgesteld.

* Van een korte termijn is in ieder geval sprake als het gaat om de wettelijke opzegtermijn. De termijn bedraagt daarmee maximaal zes maanden.

View Site in Mobile | Classic
Share by: