Een advocaat heeft bedacht dat sparen op een bankrekening van zijn onderneming fiscaal gunstiger is dan sparen in box 3. In de onderneming wordt immers de werkelijke rente belast, in box 3 een veel hoger forfaitair rendement. De Belastingdienst vindt echter dat de advocaat met circa € 390.000 te veel geld op zijn ondernemingsbalans liet staan. Volgens de Belastingdienst is het meerdere boven € 50.000 duurzaam overtollig en dus privévermogen in box 3. De advocaat gaat naar de fiscale rechter.
Hij voert aan dat hij een flinke buffer nodig heeft. Hij is immers voor circa 80% afhankelijk van door de overheid gefinancierde rechtsbijstand, die gevoelig is voor bezuinigingen, en een collega met wie hij samen het kantoor runt, heeft gedreigd op te stappen. Dat vindt de rechter reële onzekerheden. De buffer van € 50.000 die de Belastingdienst bepleit, voor de vaste lasten en lopende balansverplichtingen van slechts één jaar, is te beperkt. De Belastingdienst is vergeten ook een ruimere buffer, bijvoorbeeld € 100.000 of € 200.000, ter toetsing aan de rechter voor te leggen. Daarom hoeft de rechter zich daar niet over uit te spreken. De advocaat mag de volledige € 390.000 tot zijn ondernemingsvermogen blijven rekenen.
Tip:Sparen in uw onderneming kan fiscaal gunstig zijn. De Belastingdienst kan proberen te bewijzen dat u duurzaam overtollige liquiditeiten op uw balans hebt staan.