Wanneer een werknemer tijdens zijn ouderschapsverlof wordt ontslagen, is het van belang dat het opnemen van ouderschapsverlof geen aanleiding voor het ontslag is geweest. Daarnaast moet voor het berekenen van de ontslagvergoeding worden uitgegaan van het loon wat de medewerker ontving voordat hij ouderschapsverlof opnam.
Casus
In dit geval nam de betreffende werknemer achttien uur per week ouderschapsverlof op. Gedurende die periode heeft de werkgever te kennen gegeven dat zijn ontslag zou worden aangevraagd omdat hij niet goed functioneerde. De werknemer had een vermoeden dat niet het functioneren maar het opnemen van ouderschapsverlof de werkelijke reden van het ontbindingsverzoek was. Hiervoor geldt er een ontslagverbod en de werknemer beriep zich hierop. De rechter vond echter geen overtuigend bewijs dat het verlof de reden voor ontbinding was. Wel constateerde hij dat de arbeidsverhoudingen zodanig waren verstoord dat de arbeidsovereenkomst moest worden ontbonden.
Ontslagvergoeding
Voor de vaststelling van de ontslagvergoeding was de hoofdvraag welk salaris er in acht moest worden genomen bij het toepassen van de kantonrechtersformule. De werknemer pleitte voor het salaris wat hij verdiende voor het opnemen van ouderschapsverlof, de werkgever voor het salaris wat hij verdiende tijdens het ouderschapsverlof. De rechter stelde de werknemer in het gelijk en verwijs daarbij door naar de Raamovereenkomst Ouderschapsverlof die werknemers bescherming biedt bij het opnemen van verlof.
Bron: Rechtspraak.nl