Een bouwondernemer koopt een perceel met daarop een grote bedrijfshal en een woning. In de woning gebruikt hij een kamer (minder dan 10% van de woning) voor administratie van het bedrijf. De kamer wordt ook privé gebruikt. De ondernemer wil de woning op de fiscale balans zetten. Waarschijnlijk verwacht hij geen grote waardestijging, en zo kan hij eventueel verlies in de toekomst ten laste van zijn fiscale winst brengen. De Belastingdienst gaat niet akkoord en partijen eindigen bij de belastingrechter.
De rechter stelt vast dat de woning van de aanvang af dienstbaar is geweest aan de onderneming. Een kamer is als kantoor gebruikt. Bovendien kan vanuit de woning makkelijk toezicht worden gehouden op de bedrijfsmiddelen, -activiteiten en het personeel. Dan is sprake van keuzevermogen, geen verplicht privévermogen. De ondernemer krijgt dus gelijk.
Tip:Bij zogenaamd keuzevermogen mag de ondernemer zelf kiezen of hij de woning al dan niet op de fiscale balans zet.