Een zoon neemt de modezaak van zijn ouders over. Het winkelpand huurt hij van hun BV. De zaak loopt slecht. Naast leningen van de bank heeft de zoon leningen van de BV van de ouders. In de aangifte vennootschapsbelasting claimt de BV van de ouders een afwaarderingsverlies op de leningen. De Belastingdienst staat dit niet toe.
Volgens de Belastingdienst waren de leningen onzakelijk. Dan kan van aftrekbaar afwaarderingsverlies geen sprake zijn.
Onzakelijke leningenDe rechter is het met de Belastingdienst eens. Een onafhankelijke derde zou niet, onder verder gelijke voorwaarden en omstandigheden, deze leningen hebben verstrekt tegen een winstonafhankelijke rente. De rechtbank houdt daarbij rekening met de volgende feiten:
- een schriftelijke vastlegging ontbreekt, wat in derdenverhoudingen ongebruikelijk is wegens mogelijke bewijsproblematiek bij nakomingsgeschillen;
- de voorwaarden waaronder de verschillende banken in het verleden gelden uitleenden aan de zoon waren niet vergelijkbaar met die waaronder de leningen door de BV zijn verstrekt;
- een aflossingsschema en zekerheden ontbreken;
- de directe opeisbaarheid heeft geen reële betekenis, zodat de leningen materieel moeten worden gekwalificeerd als aflossingsvrije leningen met een onbepaalde looptijd.
Het voorgaande betekent dat de BV zich langdurig heeft blootgesteld aan de negatieve kredietrisico’s die met de verstrekking van de leningen gepaard zijn gegaan. Het is aannemelijk dat een onafhankelijke derde onder verder gelijke voorwaarden en omstandigheden geen genoegen zou nemen met een niet van de winst afhankelijk rendement op die leningen.
Tip:Ouders springen vaak tijdelijk financieel bij als na overname van hun zaak door een van de kinderen betalingsproblemen ontstaan. Een goede uitvoering van dergelijke leningen is bepalend voor de fiscale gevolgen. We adviseren u hier graag over.