dejong &

Een man bezorgt kranten voor een uitgever. De inkomsten die hij daarvoor ontvangt, vermeldt hij niet in zijn aangifte inkomstenbelasting over dat jaar. De Belastingdienst vordert de inkomsten na als resultaat uit overige werkzaamheden. Volgens de bezorger was echter sprake van loon uit dienstbetrekking, met de daaraan verbonden bescherming. Wie krijgt gelijk en waarom?

Voor een dienstbetrekking is nodig dat sprake is van een gezagsverhouding, een verplichting tot betalen van een beloning en een verplichting tot het persoonlijk verrichten van arbeid.

Volgens de rechter was er wel een gezagsverhouding en zeker een beloning. Maar de bezorger mocht zich in geval van ziekte, vakantie of om andere redenen, laten vervangen door een ander, zonder vooraf toestemming te vragen aan de uitgever. Hij was dus niet verplicht de arbeid persoonlijk te verrichten. Dat bleek uit de gesloten overeenkomst. Niet relevant was dat de bezorger zich uitgebuit voelde en gedwongen de standaardovereenkomst te accepteren. Volgens de rechter is sprake van een overeenkomst van opdracht. De inkomsten zijn terecht belast als resultaat uit overige werkzaamheden.

Tip:Aan de onderkant van de arbeidsmarkt biedt de arbeidsovereenkomst meer bescherming dan losse overeenkomsten van opdracht. Het kabinet wil per januari 2020 voor deze zzp-ers een oplossing bieden.

View Site in Mobile | Classic
Share by: