Een predikant schaft, zoals hij dat noemt, een preekjacquet aan. Dit gebruikt hij uitsluitend voor de uitoefening van zijn ambt. Hij is van mening dat het jacquet uitsluitend of nagenoeg uitsluitend te gebruiken is voor predikantswerkzaamheden. Daarom zijn de kosten volgens hem aftrekbaar als werkkleding. De Belastingdienst denkt daar anders over en schrapt de aftrek.
De rechter geeft de Belastingdienst gelijk. Het gaat om de objectieve kenmerken van het jacquet zelf, niet om het subjectieve gebruik door de predikant. Volgens de rechtbank kan men een jacquet best tijdens andere gelegenheden dragen, zoals bij huwelijksfeesten, begrafenissen en andere formele gebeurtenissen. Daarmee staat vast dat het jacquet geen (aftrekbare) werkkleding is.
Tip:Voor artiesten, beroepssporters en presentatoren zijn extra kosten van op hun beroep betrekking hebbende kleding, die ook daarbuiten gedragen kan worden, wel aftrekbaar.