In 2020 is de WW-premie anders georganiseerd, niet meer per sector, maar per soort contract. Er komt een hoge en een lage premie, met daartussen een verschil van 5%. De lage premie is bedoeld voor werknemers met contracten voor onbepaalde tijd. Maar dan moet u het juridisch en administratief wel op orde hebben.
De lage WW-premie geldt voor:
- Medewerkers met een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met een vast aantal uren.
- Medewerkers jonger dan 21 jaar die per maand/4-weken niet meer werken dan gemiddeld twaalf uur per week.
- Contracten op basis van de Beroepsbegeleidende leerweg (BBL).
Voor alle andere medewerkers geldt de hoge WW-premie.
In bepaalde situaties wordt de lage premie achteraf herzien, ook al was er sprake van een vast contract:
- De dienstbetrekking eindigt uiterlijk twee maanden na aanvang.
- Bij contracten met een arbeidsduur van minder dan 35 uur per week: de verloonde uren liggen in een kalenderjaar meer dan 30% hoger dan in het contract staat.
De voorlopige premiepercentages zijn vastgesteld op 2,94% en 7,94%.
Tip:Hebt u medewerkers met een vast contract, check dan voor 1 januari 2020 of u ook beschikt over een getekende arbeidsovereenkomst. Als dat niet het geval is, bent u voor de betreffende werknemer de hoge WW-premie verschuldigd.
De datum is inmiddels uitgesteld naar 1 april 2020. Vanaf 1 januari 2020 betalen werkgevers de lage WW-premie, mits er uiterlijk op 1 april 2020 een schriftelijke vastlegging in de loonadministratie is opgenomen. Voorwaarde is dat de werknemers reeds op 31 december 2019 voor onbepaalde tijd in dienst waren.