Een echtgenote is in loondienst bij enkele BV’s van haar man. Ze gaan scheiden. De vrouw draagt haar taken over, neemt afscheid van de medewerkers en wordt bij de Kamer van Koophandel uitgeschreven. Een van de BV’s betaalt haar salaris zevenentwintig maanden door. Als dat stopt, gaat ze naar de rechter. Ze is dan vier maanden gescheiden.
Standpunt vrouwDe salarisbetalingen stoppen omdat de betalende BV is opgeheven, zo wordt de vrouw in een brief medegedeeld. Zij stelt zich op het standpunt dat de arbeidsverhouding na haar afscheid voortduurde, dat de activiteiten van de opgeheven BV door een andere BV van haar ex-man zijn voortgezet en dat die BV haar salaris moet blijven betalen.
Wat was de afspraak?Volgens de kantonrechter heeft de vrouw haar werkzaamheden echter welbewust en in onderling overleg beëindigd. In het kader van de voorgenomen echtscheiding hebben man en vrouw voorlopig afgesproken dat de BV nog twaalf maanden het salaris zou doorbetalen. Haar man was enig aandeelhouder van de BV die het salaris doorbetaalde, hij maakte de afspraken met haar, dus kende ook de BV deze afspraken. In de periode tussen het afscheid en de laatste salarisbetaling heeft de vrouw geen werkzaamheden voor de BV verricht.
Verdient de vrouw arbeidsrechtelijke bescherming?Voor het standpunt van de vrouw, dat slechts sprake was van vrijstelling van de verplichting arbeid te verrichten met behoud van loon totdat de echtscheiding zou zijn geregeld, ziet de kantonrechter geen aanwijzingen. Gelet op de beëindiging van de werkzaamheden zijn twee wezenlijke kenmerken van een arbeidsverhouding verdwenen, namelijk een gezagsverhouding en de verplichting tot het verrichten van arbeid. De loonbetaling had kennelijk de strekking in het kader van de echtscheiding voorlopig te voorzien in het levensonderhoud van de vrouw. Daarmee heeft de loondoorbetaling het karakter gekregen van (voorlopige) alimentatie. Gelet op de gelijkwaardigheid van partijen in dit verband staat de arbeidsrechtelijke bescherming van de vrouw hieraan niet in de weg.
Let op:Man en vrouw spreken af dat de vrouw bij de BV van de man uit dienst treedt, maar dat haar salaris wordt doorbetaald als voorlopige voorziening in levensonderhoud vanwege hun aanstaande echtscheiding. Het is aan de rechter om te bepalen of de vrouw bij het stoppen van deze bepalingen arbeidsrechtelijke bescherming verdient. Omdat de man en de BV de bedoeling van de tijdelijke doorbetaling met bewijs kunnen onderbouwen, is dat niet het geval.