Per 2014 wordt de afdrachtvermindering onderwijs omgezet in de subsidieregeling praktijkleren. Waar men nu nog maandelijks zelf een afdrachtvermindering onderwijs middels de loonaangifte opvoert zal dit volgend jaar niet meer mogelijk zijn. Vanaf dat moment kan de subsidie pas worden toegekend en uitbetaald wanneer het studiejaar is afgelopen.
Voor werkgevers met werknemers die al zijn begonnen met een studie en op dit moment de afdrachtvermindering onderwijs toepassen wordt geen overgangsregeling getroffen.
Erkenning als leerbedrijf en 200 uren norm
Vanaf 2014 worden er hardere eisen gesteld om in aanmerking te komen voor de subsidie. Alleen wanneer uw onderneming is erkend als leerbedrijf kunt u aanspraak maken op deze subsidie. Daarnaast moet ook uw onderneming ook daadwerkelijk degene zijn die de beroepspraktijkvorming van de werknemer verzorgt, geldt er een 200 onderwijsuren norm en is de maximale subsidie gekoppeld aan de duur van de studie.
Soorten afdrachtverminderingen en subsidiegroepen
In 2013 zijn er nog acht verschillende afdrachtverminderingen voor onderwijs te onderscheiden. Met de intrede van de subsidieregeling wordt dit teruggebracht naar drie groepen waarvoor subsidie kan worden aangevraagd, namelijk:
- Praktijkleerplaatsen in het mbo
- Praktijkleerplaatsen in het hbo
- Werkleerplaatsen voor promovendi en technologische ontwerpers in opleiding
Opvallend is dat de BOL-opleidingen in het mbo niet meer kwalificeren voor subsidie. Daarnaast worden er kwaliteitseisen gesteld aan de begeleiding. Ook de afdrachtvermindering voor de erkenning verworven competenties procedure alsmede de opleiding werkelozen tot startkwalificatieniveau komen te vervallen.
Hoogte bedrag subsidieregeling 2014
Per praktijkleerplaats is er in beginsel maximaal € 2.700,- beschikbaar, maar de hoogte is ook gekoppeld aan het totale beschikbare budget. Mochten er meer aanvragen worden ingediend dan verwacht, da zal het bedrag per praktijkleerplaats lager uitvallen.