Een werknemer werkt bij een installatiebedrijf op basis van een contract voor zeven maanden, tot 1 november. Hij staat al ingeroosterd voor november. In september gaat hij elders solliciteren. Hij zegt zijn arbeidsovereenkomst in oktober op en deelt mee dat hij per 1 november elders aan de slag gaat. De werknemer wil met een beroep op een vrij recent wetsartikel zijn vakantie gaan financieren.
Hij eist van het installatiebedrijf een aanzegvergoeding en schadevergoeding van ruim € 2.500. De ex-werkgever heeft namelijk niet voldaan aan de wettelijke verplichting om de werknemer tijdig schriftelijk te informeren over het al dan niet voortzetten van de tijdelijke arbeidsovereenkomst.Volgens de kantonrechter is deze bepaling bedoeld om de werknemer te beschermen. Maar niet de werknemer die deze bescherming helemaal niet nodig heeft, omdat hij al uitzicht op een andere baan had en deze ook heeft aanvaard. De rechter wijst de eis af.
Tip:De schriftelijke aanzegverplichting met als sanctie de aanzegvergoeding is bedoeld om werknemers met een tijdelijk contract meer zekerheid te bieden over al dan niet voorzetting, zodat ze tijdig kunnen gaan solliciteren. Als werkgever doet u er verstandig aan deze verplichting serieus te nemen.